WOOD.BE informeert producenten over brandreactie bij interieurtoepassingen

In deze tijden van innovatie blijft het voor producenten belangrijk om aan de geldende regelgeving te voldoen. Zowel op het vlak van veiligheid en duurzaamheid als van traceerbaarheid zijn de juiste markeringen en certificaten essentieel. Dat geldt zeker voor de brandveiligheid. Wat zijn de eisen hieromtrent en waar moet je als producent rekening mee houden? WOOD.BE, het kenniscentrum voor de hout- en meubelindustrie, zet de belangrijkste voorwaarden op een rij.

Brandreactie versus brandweerstand

Een eerste nuance op het vlak van brandveiligheid is het verschil tussen de brandreactie van houttoepassingen en de brandweerstand. De weerstand meet de prestatie van een materiaal in onder andere het tegenhouden van brand en de stabiliteitsgarantie van een constructie. Dit wordt uitgedrukt in minuten en betreft eerder gebouwstructuren en compartimenteringen.

De brandreactie gaat over het brandgedrag van een materiaal: wat gebeurt er met het product in geval van brand? Lieven De Boever, business development manager bij WOOD.BE, geeft duiding: “Bij het bepalen van de brandreactieklasse van een product schatten we in wat de risico’s ervan inhouden bij brand. Is het snel ontvlambaar? Ontstaat er veel rook? Hoeveel brandend materiaal valt neer? Op basis van deze resultaten wordt een brandreactieklasse toegekend volgens de Europese norm EN 13501-1.” De wetgeving legt bepaalde brandreactieklasses op in functie van de ruimte, de toepassing, zoals vloeren, verticale wanden, plafonds, en het risico verbonden aan de bezetting.

Hoe lees je brandreactieklasse af?

De brandreactieklasse wordt weergegeven in drieledige codes. Bijvoorbeeld: B-s2,d0. Om te beginnen zijn er zeven klassen, gaande van A1 en A2 tot F. Materialen met een A-score zijn onbrandbaar, terwijl F-producten de brand net extra zullen versnellen en verspreiden.

Daarnaast krijgt elk product een rookscore. Die wordt uitgedrukt door een ‘s’, voor smoke, gevolgd door een cijfer 1, 2 of 3. De score s1 staat in dit geval voor weinig rookontwikkeling, s3 voor veel. Lieven: “Giftige rook en een verminderde zichtbaarheid bij evacuatie maken vaak meer slachtoffers dan de brand zelf. Daarom is een product met een zo laag mogelijke s-score het meest aangewezen bij interieurtoepassingen.”

De brandreactieklasse wordt afgesloten met een d-score om de druppelvorming te beoordelen. Vallen er brandende deeltjes neer en hoe snel doven ze uit? De scores 0 tot 2 gaan van geen druppelvorming tot veel. Voor interieurtoepassingen geniet opnieuw een zo laag mogelijke score de voorkeur.

Wettelijke bepalingen

Of het nu gaat over meubels, vloerbekleding of deuren, elke toepassing moet voldoen aan de geldende brandreactienormen. Voor sommige producten volstaat een testrapport of een CE-markering. “In geval van CE-markering bestaan er 4 attesteringssystemen (1, 2+, 3 en 4), waarbij in functie van het product verschillende taken worden toegekend aan enerzijds fabrikanten en anderzijds genotificeerde instellingen“, legt Lieven uit. “Voor niet-brandvertragend behandelde producten kan zonder testen, onder specifieke voorwaarden, de brandreactie worden overgenomen uit de cwft-tabel (niveau 4). In geval van niveau 3 moeten testen worden uitgevoerd in een genotificeerd labo. Van zodra je met brandvertragend behandelde producten werkt, ben je verplicht samen te werken met een genotificeerde instelling zoals WOOD.BE (niveau 2+ en 1) voor een staalname voorafgaand aan testing en jaarlijkse audits in functie van een CE-certificering.” Welk AVCP-systeem ook van toepassing is: CE-markering is steeds de verantwoordelijkheid van diegene die het product op de markt aanbiedt.

End use conditions

Bij CE-markering hoort een prestatieverklaring (DoP). Hierin staat gedetailleerd omschreven waar je product op getest is, hoe je het specifiek moet toepassen en welke beperkingen er eventueel gelden. Deze DoP wordt opgesteld door de producent en heeft een identificatienummer waarnaar wordt verwezen op de CE-markering. Deze CE-markering kan via de factuur aan de eindklant bezorgd worden. Zo krijgt die laatste alle essentiële informatie over de toepassingsmogelijkheden. “De uitvoeringswijze moet steeds overeenkomen met de beschrijving in de bijhorende prestatieverklaring. Doe dus geen zaken waar je niet zeker van bent. WOOD.BE kan je via informatie omtrent normering en testopstellingen naar de juiste certificaten en procedures begeleiden”, besluit Lieven. “In het belang van de veiligheid en voor jouw portefeuille: wacht niet tot het te laat is. Bij twijfel staat WOOD.BE voor je klaar.”

Dit artikel kwam tot stand in samenwerking met Interieurbouw & Schrijnwerk.